Puppygids

Zindelijkheid

In het nestje jonge  golden retriever pupjes vind je nooit vuil omdat de mama elke kleine’s achtereind likt, zo de secretie stimuleert en alle afval inslikt. Vandaar dat je ook best geen kusjes  van haar vraagt. Instinctief zal een pup  achteraf , wanneer de teef niet meer alles opruimt, het nest niet bevuilen , maar net buiten de eigenlijke slaapplaats zijn behoefte doen.Een tweede belangrijke zaak : een pup heeft een “plasrem” : wanneer hij opgepakt wordt bij zijn nek zal hij niet verder plassen.

Wanneer je met  je pupje thuiskomt zal hij na de lange autorit binnen enkele minuten plassen. Zet hem dus onmiddellijk op dat plekje van de tuin dat jij hebt uitgekozen. Geef hem een commando : zeg een woordje dat je later steeds zal gebruiken wanneer je wil dat hij zijn behoefte doet. Beloon je golden pupje als  hij gedaan heeft  : “Flinke (naam), flinke plas”  en geef hem een snoepje. Laat hem nu maar spelen, de druk is weg. Besef wel dat hij binnen een uurtje of twee weer moet. Vooral wanneer hij gegeten of gedronken heeft, of na het spelen of wanneer hij wakker wordt.  Je kunt dus voorzien wanneer het zal gebeuren. Herhaal steeds bovenstaande routine : pak op, zet buiten op zijn plaats, geef het commando en beloon. Met een beetje geluk wil  je golden pupje na een tijdje uit zichzelf naar zijn plaspleintje. Het is een goed idee een speciaal hoekje te voorzien in je tuin en dat herkenbaar te maken voor je pup. In het begin blijf je erbij om je hondje binnen de grenzen te houden.

Zindelijkheid ’s nachts

’s Nachts zal zelfs zo’n jong goldentje het iets langer volhouden dan twee uur, maar een normale mensennacht van circa acht uur is te veel gevraagd. Wees blij dat het pas na een viertal uur moet. Als je pupje echter gewoon in zijn mand ligt wordt hij wakker, gaat even uit zijn mand en doet het daar. Hij heeft vanuit zijn instinctieve verplichting zijn eigen nestje niet bevuild. Wanneer je ’s anderendaags bij het opstaan een stevige correctie geeft om het plasje heeft dat geen enkele zin.

Hoe leer je het dan wel aan?  Net voor je gaat slapen laat je je pup nog even zijn behoefte doen waar het hoort. Dan stop je hem in een bench (binnenhuiskennel) . Zorg ervoor dat de ruimte beperkt is, net genoeg om comfortabel te kunnen liggen, klein genoeg zodat je niet kan kiezen om hier te slapen en daarnaast te plassen, zet er desnoods nog iets bij om de ruimte te verkleinen.

Misschien begint je pup nu echter wel te piepen of te huilen. Het moment om ineens iets anders aan te leren. Waarom jankt hij? Hij wil eruit of wil je zien of horen, hij wil aandacht. Negeer hem. Als hij uiteindelijk stilvalt, kan je misschien na tien tellen hem er toch even uithalen. Zo leert hij als ik stil ben krijg ik aandacht of mag ik uit de kooi.
Stel dat je rond middernacht gaat slapen: vermoedelijk rond vier uur begint je pup onrustig te worden omdat hij moet gaan. Hij piept. Wellicht hoor je hem vrij vlug en voor hij echt veel lawaai maakt sta je op , pakt je pup op je arm (als je hem zelf laat lopen zal hij wellicht in huis plassen. ) en draagt hem naar zijn plaspleintje, zet hem neer en hij zal vlug iets doen. Met een beetje geluk moet je de eerste nacht slechts één keer opstaan. Volgende nacht luikt misschien wel  vier en half uur, daarna 5 uur,……. Na korte tijd heb je een pup die een normale nacht zindelijk blijft. Niet altijd, niet bij elke golden retriever pup , maar het lukt vaak.

Als je ziet dat hij zich binnenshuis “zet”, probeer dan tijdens de daad in te grijpen. Niet erna ; dat heeft geen enkele zin. Reageer onmiddellijk met een strenge “NO” (of foei, ….), pak hem op, één hand in de nek (plasrem), ondersteun de rest en breng hem naar zijn plaspleintje. Hij zal vlug begrijpen dat binnen een plasje doen onaangenaam is en buiten superaangenaam.

Trekken aan de leiband

Je hond heeft ondervonden dat trekken aan de leiband werkt.  Hij geraakt waar hij wil en krijgt baasje mee. Van zodra je je hond voelt aan de andere kant van de leiband loopt er al wat mis. Sta daarom stil, ga absoluut nooit d richting uit waar hij naartoe wil, houd je hand stevig tegen je lichaam, zeg bijvoorbeeld  het woordje “rustig”.

Wat leert hij nu : ik wil ergens naartoe, er spant iets rond mijn hals en ik geraak geen stap verder meer. Lok je hond naar je toe met je stem en beloon hem uitbundig als hij dichter bij je en de leiband dus weer ontspannen is. Pas als  je hond weer mooi naast je is, ga je dus weer verder. Je golden heeft geleerd dat als er niets rond zijn nek spant , hij raakt waar hij wil. Baasje is dan heel blij en geeft soms zelfs een koekje. Dat is heel belangrijk ; je hond belonen omdat hij het goed doet.

Een reutje of een teefje?

Of u het beste een reutje of een teefje kunt nemen is een heel persoonlijke keuze. Het is niet mogelijk u een pasklaar antwoord op deze vraag te geven. Het hebben van een teef of reu heeft zowel voor- als nadelen. Als nadeel van een teef kunt u wellicht het twee keer per jaar loops zijn aanmerken en de daarmee gepaard gaande gedragsveranderingen ( als gevolg van een veranderende hormoonhuishouding). Een golden retriever reu daarentegen kan elk moment de kluts kwijtraken wanneer er in zijn omgeving een teefje loops is. Van reuen wordt vaak gezegd dat ze aanhankelijker maar lastiger op te voeden zijn, van teefjes dat ze minder problemen geven bij de training. Of dat in alle gevallen zo is, valt te betwijfelen. Elke hond is een individu en kan daardoor verschillen van zijn of haar soortgenoten. Niet elk teefje heeft hetzelfde karakter en ook reuen zijn onderling verschillend. Reuen kunnen dominant zijn, maar dit is niet per definitie het geval. Dominante teefjes zijn er net zo goed! (Denk maar eens aan de mensen, ook bij ons zijn niet alle vrouwen en mannen gelijk van aard!).

De lichaamsgrootte en het gewicht zijn wel aanmerkelijk verschillend bij teef en reu. Wanneer uw golden retriever u de baas is, is dat bij een reu vanwege zijn kracht en volume wat lastiger te hanteren dan bij een teef. Waar het gedrag van uw toekomstige hond mee valt of staat, is de opvoeding die u geven zal. Elke hond heeft een consequente opvoeding nodig. Het moet duidelijk zijn dat u degene bent die bepaalt wat er gebeurt en niet uw hond. Uw hond zal er zich prettig bij vinden wanneer u voor hem of haar "begrijpelijke (honden)taal spreekt en voor de hond begrijpelijk gedrag vertoont. Een cursus , gegeven door een ervaren instructeur , kan u hierbij zeker helpen. De relatie die u met uw hond opbouwt, zal bepalend zijn voor het plezier dat u samen zult beleven.

Binnen plassen :

Honden zijn soms om uiteenlopende redenen onzindelijk.
Een hond kan binnenplassen om zijn geur achter te laten (markeren) Dit doet hij om :

• Zijn territorium af te bakenen

• Om zijn aanwezigheid duidelijk te maken

• Omdat een andere hond er zijn geur heeft achter gelaten.

• Omdat er een andere overheersende geur aanwezig is. Bij voorbeeld een baby met een voor de hond rare geur van babyolie, babyzeep, cosmetica, ;;;

• Om het bezitsrecht van een voorwerp te verwerven

• Teven plassen om reuen te lokken.

Dit markeer gedrag  gebeurt meestal  met talrijke kleine plasjes, zowel door teven als reuen.
Als de hond plast omdat hij echt zonodig moet gebeurt dit met een grote hoeveelheid. Het komt ook voor dat de hond zich bij wijze van spreken gegeneerd voelt om zijn geur elders achter te laten en na een wandeling bij voorbeeld wacht tot hij thuis binnen is om zijn plasje te doen of wanneer hij het buiten te koud vindt.
Hoe pak je het aan?

• Probeer ervoor te zorgen dat hond enkel effectief binnen rondloopt als iemand hem in het oog houdt

• Leer je hond waar het wel mag. Ga steeds naar hetzelfde plekje , geef steeds hetzelfde bevel en beloon. Doe dit net nadat hij geplast heeft.

• Reageer attent als je hond een signaal geeft dat hij naar buiten wil om zijn behoefte te doen.

   

Een tweede hond erbij?

Bezint eer ge begint : Als je huidige hond één of ander probleemgedrag vertoont is het geen goed idee om dit trachten op te lossen dooreen tweede hond in huis te nemen.  Los eerst het probleem van je huidige hond op.
Als je de voor – en de nadelen goed hebt afgewogen en beslist een tweede hond in huis te halen, wacht dan niet tot de huidige te oud is. Hij zal immers  de drukte en het spel van de puppie niet aankunnen of appreciëren of wordt min of meer geterrosiseerd door het jonge geweld.. Voor een golden retriever ligt de grens op ongeveer acht jaar.

Er is ook een minimum leetijdsgrens. Het is ook geen goed idee om een pup te laten opgroeien bij een hond die zelf nog niet volwassen i of nog onvoldoende maturiteit heeft. Een pup kan veel opsteken van een volwassen  hond.
Het geslacht van je nieuwe vriend is liefst niet hetzelfde als dit van je huidige hond. Honden van hetzelfde geslacht beschouwen elkaar veel vlugger als concurenten.

Wagenziekte :

Wanneer uw golden last heeft van wagenziekte zal hij een ritje met de auto als zeer onaangenaam ervaren en beginnen kwijlen, hijgen, overgeven … zodra de motor aanslaat.
Reisziekte komt meestal voor bij jonge honden en wordt veroorzaakt door de trillingen en bewegingen van een rijdende auto. (vergelijkbaar met zeeziekte).
Best geef je zes uur voor vertrek geen eten aan je viervoeter. Hierdoor is de maag helemaal leeg. Zorg ook steeds voor voldoende ventilatie. Ook een anti-reisziekte pilletje genomen een uur voor vertrek kan soelaas bieden.
Een tweede soort wordt veroorzaakt door angst voor de rijdende auto. Autotraining kan hierbij helpen  :

• Speel met je pup of geef hem eten  in de omgeving van de auto.

• Eens dit goed gaat kan je dit overdoen in de buurt van een auto met draaiende motor.

• Een volgende stap kan zijn het voederen in een stilstaande wagen met draaiende motor.

• Hierna start u met korte ritjes. Plaats je pup op de grond zodat hij niets merkt van het voorbij glijdende landschap.

• Geef je pup een beloning na de rit.

• Drijf nu langzaam, snelheid, duur …..op

   

Groeiziekte :

Groeipijnen zijn een typische kinderziekte bij honden. Het is een ontsteking van de mergholte van het been. Ze komt meestal voor bij pups tussen de vier en veertien maanden.  Hij zal plots veel pijn hebben en beginnen manken op één poot. Meestal verdwijnen de klachten na twee à drie weken. Na een periode zonder ongemakken komen de symptomen  terug op een andere of op dezelfde poot. Er kan niet veel aan gedaan worden tenzij het behandelen van de koorts als die zich voordoet en wat pijnstillers. Eens de pup volgroeid is zullen de groeipijnen verdwijnen. Bij de meeste gevallen duurt dit ongeveer twee tot vijf maanden.
De voeding van je golden :

In tegenstelling met de mens kiest de hond zijn voeding hoofdzakelijk op basis van de geur i.p.v. de smaak. Het is daarom nutteloos te variëren met smaken, want  voor hem maakt het niet veel uit. Bovendien door de korte dikke darm en het gespecialiseerde bacteriële flora houdt gelijk welke verandering van voeding risico’s in op het vlak van diarree. Je kan hem beter die onaangename ervaring besparen. De overgang in de voeding moet steeds zo geleidelijk mogelijk gebeuren. Bij voorbeeld bij de verandering van merk of bij de overgang van puppie- naar volwassen voeding. Neem steeds een week de tijd, waarin je de verhouding van het gedeelte huidige voeding naar nieuwe voeding zeer geleidelijk omschakelt.

De hoeveelheid te geven voeding staat steeds aangegeven op de verpakking naar leeftijd en gewicht van je golden. Tracht je hieraan te houden. Zijn activiteitsniveau speelt natuurlijk ook een grote rol. Het is logisch dat een steeds ravottende pup veel meer energie verbruikt dan eentje die ganse dagen ligt te slapen bij de radiator. Let op voor overgewicht , dit is een belangrijke  negatieve factor voor obesitas en heupdysplasie. Ook voor het overmatig gebruik van snoepjes willen we je waarschuwen omdat je al vlug honderd gram extra voeding geeft. Neem daarom je snoepjes zo klein mogelijk, niet de hoeveelheid is belangrijk.
Zorg er steeds voor dat je pup voldoende vers drinkwater ter beschikking heeft. Let ook op het waterverbruik van je hond. Te veel of te weinig is vaak een indicator voor een onderliggende ziekte.

De frequentie van het aantal maaltijden is aangepast aan de leeftijd van je golden. Een pup krijgt meerdere kleine maaltijden.  Geef je hond echter niet klokvast voedsel. Indien hij gewoon wordt gemaakt om tijdens de week als je uit werken gaat stipt om 6 uur ’s morgens eten krijgt zal hij dit ook willen als je tijdens het weekend eens wil uitslapen.

Heupdysplasie :

Naast het erfelijke aspect spelen het milieu, de voeding en een snelle gewichtstoename tijdens zijn eerste levensmaanden een belangrijke rol. Snel groeiende golden retriever pups die veel trappen doen of grote wandelingen maken zijn dikwijls het slachtoffer. Ook  een onaangepaste voeding is nefast.
Bij heupdysplasie past de bolvormige kop van het dijbeen   niet goed in de kom van het bekken. Het heupgewricht is een kogelgewricht. De kop draait in de kom. Bij heupdysplasie is het gewricht misvormd en instabiel. De hond staat wankel op zijn achterpoten. Hij kan moeilijk opstaan als hij gelegen heeft. Het dier mankt de knie draait naar buiten, de hak naar binnen en de rug is vaak gekromd. Niet alle aangetaste honden hebben echter pijn. Dit is afhankelijk van de graad van aantasting. Zo wordt dikwijls radiografisch HD vastgesteld bij honden die helemaal niet manken of pijn hebben.

Eetstoornissen :

Sommige honden hebben de neiging om hun eigen uitwerpselen of die van andere honden op te eten. Dit is uiteraard onsmakelijk en uw viervoeten riskeert zo besmet te raken  door ziekten of niet gevaccineerde  honden.  Bij de teef die de uitwerpselen van de pups opeet tot ze de leeftijd van vijf weken hebben is het een normaal gedrag.  In alle andere gevallen is het afwijkend. De onderliggende oorzaak is vaak stress.
Tracht steeds de aandacht van de drol af te leiden door iets anders aan te bieden of te reageren met een “foei”. Als hij de drol daardoor laat voor wat hij is beloon hem dan uitbundig. Indien dit niet helpt wandel je gedurende lange tijd met de hond aan de lijn.  Toont hij de neiging om poep op te eten, geef dan een stevige ruk en loop door. Lukt dit , probeer dan zijn aandacht te krijgen wanneer er een nieuw uitwerpsel voor hem opdaagt, te laten zitten en hem hiervoor te belonen.

Kennelhoest :

Kennelhoest is een zeer besmettelijke hoest die heel frequent bij honden optreedt. Ze komt meestal voor bij dieren die in grote groepen samenleven zoals in kennels, hondenshows, op hondenscholen. De ziekte wordt overgedragen d.m.v. druppels vocht die uitgehoest worden. Meestal begint het met niezen daarna krijgt hij hoestbuien, vooral  wanneer hij opgewonden is.  Meestal heeft uw golden retriever vriend geen koorts,blijft hij even goed eten en speelt hij evenveel als vroeger. Bij honden met een zwak immuniteits systeem kan hij steeds zieker worden met een zware longontsteking tot gevolg. De meeste honden met een goede afweer herstellen spontaan. Toch wordt een antibioticum kuur  om complicaties zoals een longontsteking te vermijden. Om te voorkomen dat uw hond de ziekte krijgt bestaat nochtans een goede oplossing : vaccinatie.

Diarree

Diarree is ongetwijfeld de meest voorkomende aandoening bij de hond. Meestal is diarree van banale aard en een dagje vasten voldoende om te genezen.
Als het een banale diarree is, houdt die bijna spontaan op na 24 tot 36 uur. Je laat de hond best één dagje uitvasten.  Door het vasten daalt de hoeveelheid bacteriën in de darmen wat al tot genezing kan leiden. Dan geef je licht verteerbare kost bijvoorbeeld gekookte rijst en schakel je stilaan over op zijn gewone voeding. Het darmkanaal moet immers tot rust komen. De lichte kost moet je wel met kleine hoeveelheden en over verschilende maaltijden per dag toedienen. Je patiënt moet wel steeds voldoende fris water ter beschikking hebben. Vocht is van belang om uitdroging te voorkomen.

Hitteproblemen

Als de zomer in het land is, zijn we creatief  bezig met het zoeken naar verfrissing. Jammer genoeg beschikken onze huisdieren net altijd over dezelfde mogelijkheden om wat afkoeling te vinden. Ze zijn in tegenstelling  tot ons nog steeds voorzien van een dikke vacht. Dat is wel handig tijdens de winter maar inde zomer kan het leiden tot problemen. Daarenboven kunnen ze niet zo veel zweten als mensen omdat zij alleen zweetklieren hebben op de zoolkussentjes en op de tong. Dit betekent dus dat onze goldenvrienden veel gevoeliger zijn aan hoge temperaturen omdat ze minder kunnen compenseren door te zweten. Zorg dus voor voldoende schaduw en laat je hond nooit achter in een auto die in de zon staat.

Vachtverzorging :

Onze golden retriever heeft een dubbele vacht : de stijve bovenharen en de ondervacht (wol). De golden komt 2 tot 4 keer per jaar in de rui. In deze periode sterft de ondervacht gelijktijdig  volledig af, dit noemen we blokverharing.  Je merkt dit duidelijk door de grote vlokken wol die los komen . Enkel in deze periode is het echt nodig hem dagelijks te borstelen om het dode haar zo snel mogelijk te verwijderen. Dit duurt meerstal  twee tot drie weken.  Een herdersharkje is hiervoor het meest aangewezen.  De lange gedeeltes zoals borst, buik broek , staart en onder de oren kam je regelmatig uit om klitvorming te voorkomen. Tijdens de overige periodes vermijd je te borstelen in de ondervacht  omdat je hierdoor het biologisch evenwicht verstoort  en de hond als reactie hierop voortdurend in de rui blijft.
Vrieskou
Honden die het grootste deel van hun tijd buiten leven, hebben door het natuurlijke verharingsproces over het algemeen een dikkere vacht dan een viervoeten die lekker binnen bij de verwarming ligt. Desondanks hebben dergelijke honden vooral in de winter nood aan een droog en tochtvrij hok. Daarnaast moet zelfs bij vriesweer uw hond voldoende kunnen drinken. Omdat ze tijdens de winter meer energie verbruiken is het aan te raden tot 25 % meer eten te geven.  Ook beweging blijft zeer belangrijk, nochtans vervalt de dagelijkse wandeling vaak door de slechte weersomstandigheden. Dit geldt natuurlijk ook voor de binnenhonden. Hen kan je eventueel wat minder eten geven omdat ze minder energie verbruiken.

Castratie

Wandelen :

Laat uw goldenpupje eerst wennen aan het halsbandje. Je zal merken dat hij voortdurend krabt eens hij doorheeft dat er zich een vreemd voorwerp rond zijn hals zit. Dit gaat echter al vlug over. Bij het uitlaten aan de riem zal u wel enige moeite hebben. Er wordt in het begin aangeraden gewoon wat langzamer te lopen. Loop vooral niet ver en ga beslist niet met de hond slepen of hard trekken.  Laat hem langzaam aan alle nieuwe dingen wennen. Neem bijvoorbeeld een snoepje in je hand waaraan hij komt snuffelen en dat je hem   geregeld toestopt. U moet de hond ook leren dat hij naar je toe komt als je hem roept. Dit kan thuis al geoefend worden.
Het komt erop aan dat je je goldentje niet overbelast. Daarom zijn meerdere korte wandelingen veel meer aan te bevelen dan één langere. In den beginne volstaat een wandelingetje van een vijftal minuten. Dit kan je stelselmatig opvoeren met een 5 tal minuten per wandelbeurt. Fietsen is gedurende de eerste twaalf maanden af te raden.

Links